creatieve technieken

De leerwerkgroep Creative Design ging over het begrijpen en kunnen toepassen van verbeelding, lateraal denken en het experimenteren met ideeën tijdens het ontwerp- en maakproces. In deze leerwerkgroep ben ik op zoek gegaan naar nieuwe ideeën met behulp van de basisprincipes van creatieve technieken, want creativiteit is namelijk heel goed te leren.

Tijdens deze leerwerkgroep hebben we gebruik gemaakt van het boek “Creativiteit HOE? ZO?” van Igor Byttebier. Uit dit boek heb ik verschillende creatieve technieken geleerd die ik kan toepassen in bijvoorbeeld een brainstorm. Een van de technieken die niet in het boek stond maar wel tot interessante resultaten heeft geleid is de methode “de hoeden van Bono”. Door deze methode toe te passen heb ik ook geleerd om lateraal te denken (Lateraal denken is gebaseerd op het opnieuw (anders) ordenen van de bestaande informatie om zodoende nieuwe informatie te laten ontstaan).

Hier is een voorbeeld te zien van het ontwerpen van een brug, waarbij ik de persoonlijke analogie heb toegepast. Persoonlijke analogie doet een sterk beroep op je inlevingsvermogen en verbeelding. De nieuwe ideeën ontstaan bij deze techniek doordat je je gaat inleven, niet in de persoon, maar in een voorwerp van de probleemcontext. Door me in de brug in te leven kwam ik tot de conclusie dat ik niet alleen een brug wou zijn, maar graag nog een functie zou willen hebben om de gebruikers een plezier te doen, zo zijn deze schetsen tot stand gekomen. Naar aanleiding van de schetsen heb ik van één ontwerp nog een prototype gemaakt.

In de eindopdracht heb ik gebruikgemaakt van de methode “de hoeden van Bono”. Ik heb met een groep kinderen een brainstorm gehouden over de natuur en samen hebben we ideeën bedacht hoe we de natuur schoon kunnen houden. Door elke ronde een andere hoed op te doen, hebben we dit onderwerp vanuit veel verschillende invalshoeken belicht. Zo zijn er in de eerste rondes feiten benoemd (witte hoed), wat voor gevoel ze bij de natuur hebben (rode hoed) en welke negatieve gevoelens ze hebben bij de natuur (zwarte hoed). In de laatste ronde mochten ze (groen en gele hoed) positieve dingen noemen over de natuur en ideeën bedenken. Tijdens de groen en gele hoed heb ik ook de superheld-methode toegepast. De vraag die ik daarbij aan de kinderen heb gesteld is: “Welke superheld zou jij willen zijn en hoe zou jij de natuur willen redden?” De kinderen hebben allemaal een superheld gekozen en zo kwamen ze op uiteenlopende ideeën. Twee van de ideeën zijn: Spiderman zou een groot spinnenweb maken voor het afval en Batman wil een grijphand activeren in de batmobiel die al het afval oppakt. Andere ideeën die ze hadden hebben ze nog op papier getekend. Het interessante van de tekeningen vind ik dat de kinderen zich op een andere manier uitten en er door middel van tekenen steeds nieuwe ideeën naar boven komen.

Ik vond het een enorme verrijking om deze methodes te leren en toe te passen. Ik heb altijd al wel veel ideeën, maar door verschillende technieken te gebruiken, leer je vanuit een andere invalshoek naar de onderwerpen te kijken en kom je tot resultaten waar je anders niet opgekomen was.